Contact
LinkedIn
Youtube
Woordenlijst

Over het thema brandbeveiliging

GVK brandbeveiiging lexicon

Brandbeveiliging en de belangrijkste vaktermen

ATH

Aluminiumhydroxide (of aluminiumtrihydroxide Al(OH)3): Een verbinding die water afsplitst bij temperaturen boven 200 °C. ATH koelt dus de brandhaard af door verdamping en verhindert tegelijkertijd de zuurstoftoegang tot de vlam. Het vaste residu van de watersplitsing, aluminiumoxide, schermt bovendien de brandhaard af.

Antimoon

Een chemisch element uit de stikstofgroep van het periodiek systeem (afkorting: Sb). Antimoonverbindingen versterken de vlamvertragende werking van halogenen. Velen ervan worden echter als giftig beschouwd.

Carbonisatie

Opzettelijk "verkolen" van een oppervlak: De dunne koolstoflaag voorkomt dat onderliggende laminaatonderdelen in contact komen met zuurstof.

EN 45545-2

De norm die de eisen voor het brandgedrag van materialen en componenten in het spoorverkeer regelt. Aangezien treinen in geval van brand (bijvoorbeeld in een tunnel) moeilijk te evacueren zijn, wordt EN 45545-2 als uiterst streng beschouwd. Brandbeveiligingssystemen die zich hier willen bewijzen, moeten bijzonder goed doordacht zijn en worden ook voor vele andere toepassingsgebieden als de "gouden standaard" beschouwd.

Vlam

Een vlam is veel meer dan een licht dat bij vuur hoort, maar eerder de essentie van vuur zelf. De vlam is het gebied waar hevige, warmteproducerende chemische reacties plaatsvinden tussen de zuurstof in de lucht en de vluchtige bestanddelen van een brandstof. Als deze reacties kunnen worden voorkomen, dooft de vlam en daarmee het vuur.

Halogenen

Chemische elementen van de 7e hoofdgroep van het periodiek systeem, zoals chloor (Cl) en broom (Br). Zij kunnen de verspreiding van de vlam in de lucht vertragen door de chemische reacties te verstoren die bijdragen tot de warmteontwikkeling in de vlam.

Gehalogeneerd

Halogeenhoudend. Voor vlamvertragers die chloor of broom bevatten.

HL

Hazard Level. Een classificatiesysteem dat helpt om toepassingsgebieden (niet alleen) van kunststof onderdelen te classificeren volgens hun vereiste minimale prestaties in geval van brand. De strenge spoorverkeersnorm DIN EN 45545 erkent drie Hazard Levels; de eisen van het strengste niveau - HL3 - gelden bijvoorbeeld voor slaapwagens in voertuigen die in geval van brand niet binnen vier minuten via zijtoegangen kunnen worden geëvacueerd.

Intumescence

Vorming van een geschuimde, beschermende laag door de inwerking van warmte op een kunststof. Het beschermende schuim verhindert de doorgang van zuurstof en schermt het laminaat eronder enige tijd af van de warmte. Intumescence is dus een uitgebreide speciale vorm van carbonisatie.

LOI

Limiting Oxygen Index – een belangrijke parameter om het brandgedrag van kunststoffen te beschrijven. Het getal beschrijft hoeveel zuurstof een materiaal nodig heeft om te ontbranden. Vanaf een LOI van 21 kan een materiaal moeilijk vlam vatten in de lucht. Hoe hoger de waarde, hoe brandveiliger het materiaal is.

Fosfor

Chemisch element dat graag als vlamvertrager wordt gebruikt. In geval van brand verwijdert het water uit de ondergrond, waarbij (niet zeer corrosieve) fosforzuren worden gevormd. Hierdoor ontstaat een beschermende laag waar gassen zoals zuurstof moeilijk doorheen kunnen (zie carbonisatie).

Rook

Mengsel van fijn verspreide vloeistofdruppels en stofdeeltjes die tijdens de brand ontstaan. Dichte rook kan het zicht op vluchtwegen blokkeren, bijtende rook kan mensen verwonden. Idealiter produceren brandende kunststoffen slechts een dunne, niet-corrosieve rook dankzij de juiste vlamvertragende additieven.

Zuurstof

Het gas dat verbrandingsprocessen aandrijft. Ademlucht bevat ongeveer 21% zuurstof. Zonder dit gas verstikt de vlam.

Water

Het klassieke blusmiddel bij uitstek. Water dooft vlammen omdat het de brandhaard afkoelt en de ontwikkeling van brandbare gassen in de brandstof vermindert. Het voorkomt ook dat zuurstof de brandhaard bereikt en stopt zo de warmteproducerende reacties in de vlam. Er zijn vlamvertragers die bij blootstelling aan hitte water afgeven, bijvoorbeeld ATH.